Mijn naam is Thara Lahnstein, begin november 2018 ben ik begonnen met mijn coschap bij Fundacion La Sonrisa Naranja. Ik studeer in Rotterdam en doe dit coschap in het kader van een keuzecoschap Huisartsgeneeskunde in het buitenland. Vanaf het begin van mijn coschappen wist ik al dat ik een coschap in het buitenland wilde doen. Voor mij maakte het land niet zozeer uit, maar ik vond het vooral belangrijk dat er goede begeleiding zou zijn. Dit omdat ik tijdens mijn coschappen al had gemerkt dat een leerzaam en leuk coschap valt of staat met de begeleiding die je krijgt. Ruim een jaar geleden kwam ik via stichting Stola in contact met Els. Na een Skypegesprek met Els was ik door haar positieve energie helemaal geënthousiasmeerd om naar Guayaquil te komen.
Nadat ik klaar was met mijn reguliere coschappen en een half jaar onderzoek had gedaan reisde ik in oktober af naar Ecuador. Hier heb ik eerst een maand een taalcursus gevolgd en ben ik nog een weekje naar de Galapagos eilanden geweest. Dit was overigens echt een fantastische ervaring en als je de mogelijkheid hebt raad ik het iedereen aan!
Na vijf weken was het tijd om te beginnen met mijn coschap. De stichting is een klein centrum met twee spreekkamers, een tandarts, een apotheek, een klein laboratorium voor bloedonderzoeken en kweken, een verloskundige, een diëtiste en een echoapparaat. In principe is de zorg in Ecuador gratis. Deze gratis zorg wordt verzorgd door het ministerie van Volksgezondheid en is, zoals ik het begrijp, nogal overbelast. Zo ligt de werkdruk voor de artsen erg hoog en zijn de medicijnen niet altijd beschikbaar waardoor de optimale zorg vaak niet geleverd kan worden. Dit zorgt ervoor dat de wachttijden lang zijn, de artsen onvriendelijk en de zorg kortweg gezegd slecht is. Daarom maken veel mensen uit de buurt gebruik van de zorg bij de stichting. Hier betalen patiënten vier dollar voor een consult en is er veel meer tijd per patiënt. Daarnaast heb ik de indruk dat de patiënten dol zijn op Els. Zo heb ik al een paar keer meegemaakt dat de patiënten eerst komen checken of Els wel werkt voordat ze voor het consult betalen.
Het weekend voordat ik begon met mijn coschap kwam Gonzalo, de echtgenoot van Els, mij samen met de kinderen en Kevin ophalen. Kevin is een twintig jarige verpleegkundige in opleiding die sinds anderhalf jaar ook bij de stichting werkt. Hij doet ongeveer alles van administratief werk, de apotheek beheren, bloedprikken en hechten. Met Aron (6) en Eva (5) in kinderzitjes op de achterbank, Kevin er tussenin gepropt, en mijn grote oranje koffer in de achterbak reden we naar het appartement waar ik de komende zes weken zou slapen, letterlijk tegenover de stichting.
Het appartement is een redelijk grote studio met roze en groene muren. Een tweepersoonsbed, een tafeltjes met twee stoelen en een bankje. Verder heb ik een klein keukentje met magnetron, gasfornuis, rijstekoker en koelkastje en een badkamer met een koud water douche. Ja je leest het goed, ik douche al bijna een maand met alleen koud water. Best verfrissend, en het is hier eigenlijk zo warm dat ik ook geen behoefte heb gehad aan warm water. Inmiddels werkt alles, maar het duurde drie dagen voordat ik er achter kwam waarom mijn melk toch niet echt goed koud bleef in de koelkast: ik had er niet aan gedacht dat de stekker nog in het stopcontact moest, haha oeps.
Nu ik het toch (semi) over eten heb, is het wel leuk om jullie hier wat meer over te vertellen. In tegenstelling tot Nederland is hier in Ecuador lunch (almuerzo) de grootste maaltijd van de dag. Elke middag eet ik in principe mee met Gladis (34) en haar drie kinderen Brigitte (18), Sharick (10) en Kenay (4). Bij Gladis, maar volgens mij voor de meeste mensen hier, bestaat het almuerzo uit een soep gevolgd door een secundo met daarbij een glas verse vruchtensap (elke dag een ander versgeperste vrucht met altijd wat extra suiker). De soepen wisselen altijd maar naast groente en iets van vis of vlees zit er bijna altijd wel iets van koolhydraten bij (lees aardappel, linzen, bonen, mais of plantaan, of allemaal) tenzij het een crema is (gepureerde groentesoep met melk), dan zitten er altijd blokjes kaas in. Korte uitleg over de kaas, want tja ik kom wel uit Nederland hè. Het is een witte verse kaas die qua textuur nog het meest doet denken aan haloumi. Heel anders dan wat we in Nederland gewend zijn, maar met mate eigenlijk best lekker. Wat hier dus het voorgerecht is zouden we in Nederland als maaltijdsoep bestempelen. Het hoofdgerecht is altijd rijst met iets van vlees of vis en iets van groente of salade. Ook al moet ik zeggen dat de ‘salade’ eigenlijk ook vaak iets van koolhydraten heeft. Zo heb ik pasta met rijst gegeten, lasagne met rijst en vandaag aardappelen met rijst. Wie mij een beetje kent weet dat ik heel erg van lekker eten hou. En wat is het hier allemaal lekker! Mijn absolute favoriet is de camaron (garnaal) ceviche met chifles (chips van plantaan). Nadat mijn broeken wat strakker gingen zitten heb ik Gladis gevraagd voor wat minder rijst en sap zonder toegevoegde suiker (wat ze trouwens heel gek vonden). Gladis was vooral bezorgd dat als ik niet genoeg zou eten en mijn moeder zou denken dat er niet goed voor me werd gezorgd, maar daar hoeft ze zich absoluut geen zorgen om te maken.
Een gemiddelde dag/week ziet er hier als volgt uit. Ik sta rond 7u op en neem een lekkere koude douche, waarna ik ontbijt. Het is tijd om de drie stappen naar de overkant te zetten als ik Kevin de rolluiken hoor openen. In de ochtend loop ik tussen 8-12:30 mee met het spreekuur van Els. Om 13:00 ga ik naar Gladis om te lunchen. Hierna blijf ik of bij Gladis hangen, ga ik mee naar de Chinese supermarkt om de inkopen voor de Bingo te doen (waarover meer in een ander verhaal) of ga ik naar huis. Vaak valt het eten zwaar en doe ik net als de andere lokale mensen een siësta. In de middag loop ik tussen 16-19 mee met een andere arts, ga ik iets leuks doen of kijk ik een filmpje op de bank. ‘S avonds probeer ik nog wat Spaans bij te leren of wat ziektebeelden op te zoeken. Over het algemeen is het hier niet echt veilig genoeg om na 20u alleen naar buiten te gaan. Ik heb me hier nog nooit onveilig gevoeld maar zorg ook dat ik niet in onveilige situaties kan komen. Zeker in het begin was ik door alle nieuwe indrukken in de avond ontzettend moe en lag ik rond 8 uur in mijn bed (met oordoppen want de wijk is redelijk rumoerig). Inmiddels ben ik wat meer gewend en houd ik het ’s avonds wat langer uit.
Ik heb geprobeerd jullie een globaal beeld te geven van mijn tijd hier en zal in mijn volgende stukje meer ingaan op de medische kant van het coschap!